‘Bert,’ antwoord ik de kleuter. ‘En hoe heet zijn vriend ook alweer?’ vraagt hij. ‘Ernie,’ zeg ik.
Eindelijk toont mijn zoon interesse in Bert en Ernie. Ik sleep ze al twee jaar achter hem aan, zet de poppen steeds in zijn zicht.
Maar nu, eindelijk, heeft hij ze gepakt. De kleuter houdt Bert in zijn ene en Ernie in zijn andere hand.
Twee jaar geleden kocht ik ze in de speelgoedwinkel. Bert kostte een tientje, Ernie dertig euro. Een oude middenstanderstruc. Je wilt het duo toch compleet hebben.
Ik heb in veel verschillende winkels gewerkt en ken dus alle trucs.
Wil je een product van twintig euro verkopen dan hang je er een product van tien euro en een van dertig euro naast. Iedereen zal het product van twintig euro kopen, je koopt niet het goedkoopste want dat is waarschijnlijk van mindere kwaliteit, denk je, en je wilt ook niet het duurste kopen want dat is weer zo duur, dus ga je voor het product in het midden. Daarom heet de middenstand ook ‘middenstand’.
Dit heeft niets met Bert en Ernie te maken. Er is geen pop van twintig euro tussen Bert en Ernie in. Het is niet Bert en Ralf en Ernie. Of Bert en Michiel en Ernie. Of Bert en Chantal en Ernie. Of Bert en Dwight en Ernie. Of Bert en René en Ernie. Nee, het is gewoon Bert en Ernie. Misschien was een van de twee verkeerd geprijsd. Als je iets kunt werk je niet in een winkel.
Voor mijn tweede verjaardag kreeg ik zelf het duo. Ernie heette toen nog ‘Peter’. Pas eind Jaren 80 koos Sesamstraat voor het uit de Verenigde Staten overgewaaide Ernie. Het was echt een heel andere tijd. Ik vierde mijn tweede verjaardag bijvoorbeeld pas toen ik drie was. We liepen vroeger echt achter.
Ik weet dat mijn zoon mij niet is, dat hij niet een kans is om fouten die ik heb gemaakt te herstellen, dat hij geen doorslag van mij is, dat hij een eigen, nieuw persoon is.
Bert en Ernie waren belangrijk voor me. Ik wil dat ze ook belangrijk voor mijn zoon worden. Dankzij de humor, vriendschap en levenslessen van Bert en Ernie werd ik de man die ik vandaag de dag ben.
‘Ernie?’ zegt mijn zoon, ‘Zegt me niks.’
Robert Schuit schreef o.a. de boeken Flessenhart en Het Melkvarken en tekende Er komt altijd een ei uit. Haal ze bij de boekhandel of stuur hem een bericht voor een gesigneerd exemplaar.
Ik hou van échte kortverhalen. Wie lees jij graag in dit genre? Is het een genre? Ik denk meteen aan A.L. Snijders met zijn zkv’s (zeer korte verhalen).